Afhankelijk van een testament en scheiding en deling van een boedel wordt in bepaalde vruchtgebruik situaties bij de langst levende de volledige waarde van de bezittingen in aanmerking genomen.
Dit wordt dan tot Box III gerekend terwijl de zogenaamde bloot eigendom bij een erfgenaam (kind) niet tot Box III wordt gerekend.
Een vereiste is dan wel dat een recht van vruchtgebruik tijdig is gevestigd.